Tutto andrà bene
Een stukje Dilemma toegewijd aan de Lockdown.
Tutto andrà bene
Tutto andrà bene. Alles zal goed komen. Het zijn Italiaanse woorden die nu meer betekenis dan ooit hebben. Toen ik zes maanden geleden mijn spullen pakte om naar het prachtige en drukbezochte Firenze te trekken, had ik nooit gedacht dat deze stad – en talloze andere Italiaanse steden – zouden veranderen in een spookstad. Firenze, de parel van Toscane, is een stad die centraal in Italië gelegen is. Naast Rome is het mijn meest geliefde stad, en de keuze voor mijn Erasmusbestemming vorig jaar was dan ook zeer snel gemaakt. Op 4 september 2019 zou ik vertrekken, op mijn eentje, omdat ik de enige student Italiaans was die naar Firenze zou gaan. Echt stress om te gaan had ik niet en hoewel mijn vriend in België achterlaten misschien wel het pijnlijkste aan mijn vertrek was, keek ik vol verlangen uit naar dit nieuwe hoofdstuk in mijn leven.
Dat ik al best vaak in Italië (en ook Firenze) geweest was, hielp veel om de zogenaamde cultuurshock waar iedereen me voor waarschuwde te beperken. Ik kende het land, de taal en de cultuur. De enige shock die ik misschien ervaren heb, waren de examens. Die waren een regelrechte chaos. Denk aan Italianen die bij jouw mondeling examen komen zitten om de vragen ‘al eens gehoord te hebben’ en professoren die schaamteloos aan het tokkelen zijn op hun gsm terwijl er een student voor hun neus een examen zit af te leggen. Zo’n examenperiode bracht me vanzelfsprekend meer stress dan ik voor een doorsnee examenperiode in Gent zou hebben. Toen verschillende proffen me na een kleine inspanning al een 30/30 gaven, waren deze frustraties echter al snel vergeten. En ik had enkele mooie verhalen om thuis te vertellen.
Wat me vooral verbaasde was dat ik de uitzonderlijke schoonheid die Firenze als stad bevat na een tijd ‘gewoon’ werd. Ik denk dat als je ergens echt lang woont, je aan dingen went die je thuis als ongewoon zou beschouwen. Op het einde van mijn verbleef keek ik niet meer op van de gigantische Duomo, de Ponte Vecchio of het Santa Croce-plein. Nu ik echter al twee maanden terug in België ben, besef ik dat ons land heel wat mooie monumenten heeft, maar dat die toch niet op kunnen tegen de pracht die Firenze en Italië te bieden hebben. Ik denk dat dat ook een van de redenen is waarom ik niet echt veel uitstapjes gedaan heb tijdens mijn Erasmus: ik had er geen behoefte aan omdat ik me al tussen al dat moois bevond.
Wat de eetcultuur betreft zal ik helaas aan de clichés moeten beantwoorden. Wonende in de Via Bolognese was pasta een constante in mijn menu. Het vele wandelen in de stad zorgde er gelukkig niet voor dat ik in een Italiaanse nonna veranderde. Dat ik ook enkel en alleen maar omringd werd door Italianen, was gunstig voor mijn spreekvaardigheid van de taal. Hoewel mijn Italiaanse huisgenoten heel bizar waren, heb ik er enkele in de lessen ontmoet die me veel bijbrachten over Toscane. Het doet me dan ook pijn nu te moeten horen en zien in wat voor een rampsituatie de Italianen zich bevinden. Van veel familieleden en vrienden krijg ik het volgende te horen: “Stel dat jij daar nu nog zat!”. Italianen zijn een sterk volk met een gezamenlijke passie voor hun land en hun cultuur. Ik ben er dan ook rotsvast van overtuigd dat ze dit te boven zullen komen, al zal het niet gemakkelijk worden. Maar ook in deze situatie geldt tutto andrà bene.
Mona Bronsema
Over de auteur