Een artikel schrijven over Erasmus is een eigenaardige opdracht. Enerzijds zou ik niet weten waar ik moet beginnen, maar dan blijft de vraag wat er interessant genoeg is om de Objectieve Lezer te plezieren. Nu ja, niet dat jouw leeservaring mij iets kan schelen. Mopje, jawel. Erasmus is een zeer extensieve ervaring en moeilijk in concepten te gieten, maar zoals je kan zien komt er nog wel wat tekst hierna dus ik heb het toch geprobeerd. Lap, dat wordt hier zo’n meta-artikel. Mijn familie refereert vaak aan mijn avontuur in Valencia als ‘studeren in het buitenland,’ maar dat is maar het topje van de ijsberg zoals men dat weleens zegt. In de eerste plaats is Erasmus dé manier om nieuwe mensen te ontmoeten en jezelf te verrijken met andere culturen. En blijkbaar ben ik een vreemd geval in dat opzicht.
Want vooraleer we ons altegaar verdiepen in de dolle Valenciaanse fratsen die ik hier uitsteek, zou ik je graag eens mijn vraagstuk voorleggen. De opdracht is om de volgende zin in je eigen woorden te herhalen: “Ik ben Luca Garcia uit België, mijn papa is Spaans ja maar ik spreek zelf maar matig Spaans.” Het lijkt op het eerste gezicht niet zo moeilijk, maar vraag het hier aan een Spanjaard naar keuze en het lijkt alsof je ze de moeilijkste fysica probeert uit te leggen. De eerste uren van mijn gesprekken met de lokale bevolking worden daarom steeds besteed aan een zeer uitgebreide toelichting van mijn blijkbaar ongelooflijk verwarrende sociale situatie, gevolgd door de occasionele Q&A voor het publiek dat tegen dat moment al uit een klein dozijn Spanjaarden bestaat. Vanaf nu ben ik dus Meneer Cultuurshock, zet dat maar als mijn bijnaam op Facebook.
Het eerste, onvermijdelijke deel van een uitwisseling is de administratie, of The Adult Stuff. Ik ben nog steeds op zoek naar iemand die zijn of haar papierwerk zonder problemen in orde heeft gekregen. Ter illustratie: de administratieve lijdensweg van een niet nader genoemde Erasmusser (ik). Ik vreesde dat mijn verblijf hier al snel tot zijn einde zou komen toen ik hoorde dat ik ingeschreven was voor Toegepaste Taalkunde. Het heen-en-weergeloop dat ik verricht heb om deze vergissing in orde te krijgen verklaart wel waarom mijn kennis van het universiteitsgebouw al wat hoger ligt dan die van mijn collega’s. Veel gelopen dus, maar toen bleek dat de Universidad de Valencia totaal niet geïnteresseerd is in het onderscheid tussen Toegepaste Taalkunde en Taal- en Letterkunde. Ik was wel vier dagen te laat voor mijn inschrijving, een nieuwe bron van stress. Mijn coördinator, in wiens ogen ik de kater van de avond ervoor nog net kon zien, was echter mild en ondertekende mijn documenten toch, ook al bleek hij later niet eens mijn coördinator te zijn. Maar goed, ik mocht mijn vakken vrij kiezen, hoera.
Erasmus is ook alleen wonen, maar dan op een, voor mij alleszins, heel ander niveau dan het Gentse kotleven. Je hebt wel kotgenoten, maar nu ineens ook een wasmachine, wat is dat zelfs. Mijn oorspronkelijk witte handdoek is al volledig roze, bijvoorbeeld. Ik heb een zeer ingewikkelde relatie met wasmachines; “it’s complicated” of hoe zegt de jeugd dat tegenwoordig? Er staat zelfs een strijkplank in de woonkamer; ik word daar zeer ongemakkelijk van. Ander voorbeeld, het gebeurt hier soms ook dat mijn water ineens op is (ja, ik drink soms water), maar als je dan ergens Agua De Valencia vraagt, Valenciaans water dus, krijg je een cocktail met gin, wodka, cava en fruitsap. Dat vond ik eigenlijk zo erg niet, maar ik heb nu wel nog steeds geen water. En alsof zes maanden alleen wonen me nog niet zelfbewust genoeg maakt, hangt er ook nog een gigantische spiegel tegenover mijn bed. Je zou versteld staan van hoe vaak je jezelf kan doen schrikken bij het wakker worden. Want je doet dat elke ochtend, wakker worden.
Erasmus is, zoals eerder vermeld, ook een bron van nieuwe vriendjes, maar dat is niet altijd even gemakkelijk. Zo moet ik nu bijvoorbeeld elke foto op Snapchat in het Engels zetten, want anders verstaat niet iedereen het en dat zou zonde zijn. Ook kon ik hier in het begin van mijn verblijf rustig naar muziek luisteren bij mijn koffie, maar nu moet ik me steeds vaker engageren in het sociale gebeuren. Ja, het leven van een Erasmusser bestaat grotendeels uit aanpassen en compromissen sluiten met jezelf en de wereld rondom je. Maar het loont wel, en als beloning leer je heel wat nieuwe mensen kennen. Iemand die zich voorstelt als een inwoner van de ‘minst populaire plaats om te wonen in Engeland’, iemand die geen Nederlands meer kan na een maand Valencia omdat zijn brein al in het Engels funcioneert, het zijn hier stuk voor stuk pareltjes. En dan heb je mij, de Belg die eigenlijk een Spanjaard had moeten zijn.
Erasmus is uiteindelijk ook de stereotypes ontdekken die rondgaan over je eigen nationaliteit. Het is een raar gevoel, iemand ontmoeten die dan zoveel mogelijk Belgische bieren of Belgische voetbalploegen begint op te noemen. Het lijkt een beetje op een drankspel, maar dan zonder drank. En ik mag zelf niet meespelen. Als ik mezelf zou moeten voorstellen zoals ze hier over de Belgen denken, dan ben ik een liefhebber van bier, woon ik in Brussel, lach ik met de Nederlanders en spreek ik minstens vier talen. Bijna juist; ik spreek maar drie talen.
Erasmus is een totaalervaring die ik iedereen aanraad, dus ook jou, Objectieve Lezer. Van de administratie tot de zelfontdekking, ik geniet hier van elke dag in het zuiderse land waar mijn naam vandaan komt. Mijn portefeuille geniet er iets minder van, maar dat is iets voor een volgend artikel.