Studentengids
Het Blandijndistrict
Er doen heel wat legendes de ronde over de Blandijn. De een al wat geloofwaardiger dan de ander. Zoals de gruwelverhalen van Blandor bijvoorbeeld. Een verbolgen wezen dat na zonsondergang door de kelder van de Blandijn zou zwerven. Het zou eens twee studentes kunstgeschiedenis hebben aangevallen, maar zij zijn er slechts met enkele schrammen en blauwe plekken van af gekomen na het verwond te hebben met het gezwaai van hun dreadlocks.
Hallucinaties of niet, het is bijvoorbeeld geen leugen dat de ex-paus Ratzinger (Benedictus XVI) als Erasmusstudent nog op de Blandijn heeft gestudeerd. Naar verluidt had hij zelfs een bijbaantje als kok bij de pizzeria om de hoek. Op een avond besloot hij zijn lange shift af te sluiten met een bezoekje aan de Overpoort. De legende vertelt dat hij de volgende ochtend aan de Trabla, voorzien van een bekladde en ingedeukte koksmuts en kokskledij, de binnenstromende studenten begroette met een fles Château Migraine en het presenteerde als het bloed van Christus. Maar hoe dan ook, welgekomen op den Blandijn! Een clichématige begroeting voor een niet zo clichématige faculteit. Als nieuwe en schuchtere student heb je wellicht nog geen idee hoe het Blandijnleven functioneert, maar geen nood! Jullie scriptoren nemen in dit artikel je bibberende handje vast en loodsen je mee op een ontdekkingstocht van de cafetariaanse jachtvelden tot de diepe krochten van de kelder.
Lessen?
In de eerste plaats kom je naar de Blandijn om er lessen te volgen, en jezelf tot een ware pseudo-intellectueel te ontplooien. Om er van A naar B te geraken, moet je niet op logische nummering rekenen, want wat logica betreft, heeft de Blandijn er geen. Wees gerust, het is geen schande om eens te laat te komen in de les (*kuch* of mondeling examen) omdat je niet wijzer werd uit de pijltjes of nummering. Dat overkomt sommige proffen ook wel eens.
Algemene lessen die door hun omvang geen onderdak vinden in de Blandijn worden vaak gehouden in het Ufo, of het Universiteitsforum (Sint-Pietersnieuwstraat 33)
In de Blandijn zijn er vijf auditoria, waarvan A en B de kleinste zijn. Als je langs de trappen van de hoofdingang (Trabla) binnen gaat, bevinden zij zich uiterst rechts, met B op het eerste verdiep. Vanuit datzelfde trablaans perspectief gezien liggen C en D niet boven elkaar, maar naast elkaar in het midden. En let op; respectievelijk rechts en links. Het vijfde en grootste auditorium van de Blandijn is auditorium E. Dit is centraal gelegen op de derde verdieping.
Algemene lessen die door hun omvang geen onderdak vinden in de Blandijn worden vaak gehouden in het Ufo, of het Universiteitsforum (Sint-Pietersnieuwstraat 33). We gaan ons hier niet verlagen tot het maken van een flauwe mop over het verband met een zeker onbekend vliegend voorwerp, want dat soort, euh, aparte proffenhumor bevestigen wij liever niet. Het Universiteitsforum is het gebouw van de Centrale Studentenadministratie, dus dat modern-ogend glazen kot waar je je wellicht hebt ingeschreven. Moet je daar dan nog iets meer over weten? Awel ja, het auditorium Leon De Meyer is er namelijk in gelegen en hier ga je wellicht de donderdagavonden voor Inleiding tot Moderne Literaturen het auditorium met een partymood verlaten en er de volgende morgen met een kater binnen slenteren voor het vak Historische Kritiek. Zo weet je dat ook weer.
Wa valt er hier te boefeuh?
Ook intellectuelen moeten zich voeden met iets anders dan kennis en er is daarvoor geen betere plaats te vinden dan de cafetaria van de Blandijn, ook wel aquarium genoemd. Dit is gelegen achter de auditoria C en D, en hier vind je ook de beruchte ad valvas met daarop de groepsverdeling per talencombinatie. Hier kun je jezelf verrijken met soep, koffie en allerlei soorten broodjes met beleg waar je nog nooit eerder van gehoord hebt. Denk er dan nog de zeer schappelijke prijs bij en je weet dat je hier vele dagen en meerdere euro’s zal slijten. Het is ook de beste plaats om eens de Blandijncultuur op te snuiven; hoe zij er uitziet en de gezonde hipsterbroodjes die zij beweert te eten. Verbazing gegarandeerd. En nu je daar toch langs de ad valvas in die ellenlange rij staat aan te schuiven, is het meteen ook de ideale plek om met die knappe gast of dat lekker wijv’ke eens een babbelke te slaan.
Warme maaltijden ga je op de Blandijn niet vinden, helaas. Maar voor die behoefte kun je altijd terecht in De Brug, het studentenrestaurant in de Sint-Pietersnieuwstraat tussen de boekentoren en het Ufo. Het is niet zo ver en ze serveren er hun legendarische spaghetti aan drie euro en een kluts. Voor andere gerechten, reikend van frieten met stoverij tot rijst met veggieburgers, zul je nooit meer dan vijf euro moeten neertellen. Voor een povere student lijkt het soms wel een door god geschonken feestdiner.
Woar es’t bier?
Om het nog even gezond te houden, kun je zowel in De Brug als in het Aquarium gratis water verkrijgen. Iedere Blandino is hier onvoorwaardelijk trots op en je hoort echoën door de gangen van de Blandijn.
Wat het bier betreft, ademt het hele Blandijndistrict dit uit langs alle kieren en geulen die je er maar kunt vinden. Het is even wennen, maar je geraakt wel aan die bierlucht gewend. Zo heb je in de Sint-Pietersnieuwstraat bijvoorbeeld The Q’s, het stamcafé van Filologica. Dit rustiek eetcafé zal de thuisbasis zijn waar Filo veel van haar evenementen zal huisvesten, van quizzen tot cocktailavonden.
Maar er zijn ook heel wat andere gezellige cafés waar je voor de iets zwaardere bieren terecht kunt. The Backdoor is er zo eentje, maar wil je een echte gezellige avond op café, dan kun je beter terecht in het centrum van de stad.
Maar voor het echte feestgedruis zal je vaak plotseling in de Overpoort terecht komen. Een echte introductie behoeft deze feeststraat niet echt, en als je er toestuikt, wijst alles zichzelf wel uit. Er zijn danscafés voor ieder wat wils, Le Blue voor de blonde poppemiekes en hemdjesboys De Decadance voor en alternatieve hip hoppers of dubbers, of de Frontlinea ka ’t steegske voor gabbers en stuikers (of is dit al gesloten?).
Filologica organiseert, zoals alle andere verenigingen, vaak feestjes. Dom zeker eens af naar de Filo’s en VGK’s Openingsfuif in de vooruit op 15 oktober. Er is een gratis vat, proffentap en over het algemeen zijn de fuiven in de concertzaal van de Vooruit altijd de beste.
En na het feesten komt studeren
Voor de nieuwgekomen brossers: studeren doe je met lesnotities en een syllabus (een fancy academisch woordje voor cursus). Lesnotities kopieer je van dat gewillige meisje waar je eens een diepe staar mee hebt uitgewisseld, maar een syllabus koop je het best in de boekenhandel om de hoek. Al doe je het enkel om een indrukwekkende boekenkast uit te bouwen of om je ouders met een dun laagje schone schijn te doen geloven dat je zeker niet al je tijd verdoet op het internet.
De meeste boeken en syllabi kun je vinden in de Story op de sint-kwintenberg. Ach, het is een educatieve hemel. De wijsheid druipt er van de muren. Rekkenvol boeken fysica, recht, economie of filosofie en voornamelijk taal; stapels Nederlandse, Engelse en Franse romans. Maar daar blijft het niet bij, je vindt hier alles, gaande van wielrengeschiedenisboeken (I shit you not) tot Maus van Art Spiegelman. Om het geheel wat efficiënt te doen verlopen, en er voor te zorgen dat je zeker geen boeken over het hoofd ziet, zijn er gelukkig de boekenbestellijsten (geen zorgen, de nodige uitleg volgt bij jouw inschrijving bij de Filo). En als je dan met de notie dat je alles hebt als circusapen met een stapel boeken balancerend tegen je buik in die slingerende rij staat aan te schuiven en je het zweet van je medestudenten denkt te proeven, dan kun je ter compensatie van die lijdensweg gelukkig genieten van de korting die je krijgt met een Filologica lidkaart. En alhoewel men mij zeker van sluikreclame mag betichten neemt dit niet weg dat stapels boeken veel geld kosten, want geld is een schaarse luxe voor studenten die niet Jean-Louis-Charles de Château Canardcustmainclaute III heten.
Maar vanaf je voorbij dat dunne laagje schone schijn bent die UGent je wil doen geloven, dan besef je dat niet elke professor een gedrukt boek heeft, soms hebben ze zelfs geen cursus. Als ze die wel hebben, dan ben je het best af met naar een kopieercentrum te gaan. Vele proffen zullen hun cursus op voorhand laten drukken en inbinden hebben bij Topcopy, waar de UGent duidelijk de hand mee heeft geschud. Het is een wandeltocht niet waard, je raast liever met je fiets langs de coupure om dan naar de Martelaarslaan (of de kleine ring van Gent) te gaan. Gelukkig is er rechtover een McDonalds om wat energie bij te tanken zodat je nog kan teruggaan. Noteer dit adres maar in je agenda want Topcopy is de leverancier van vele nodige cursussen. Als je de Blandijn buitenkomt ga je rechts langs de Sint-Kwintensberg naar beneden, vervolgens steek je de brug over en fiets je de coupure (links) af. De derde straat links sla je in (Bijlokehof) en normaal sta je nu aan de martelaarslaan. Wuhuw!
Geen student kan zonder kopieer- en printcentrum, gelukkig ligt Copyland aan het Sint-Pietersplein dus kan je zelfs nog op het allerlaatste moment een sprintje inzetten om die ene zware taak alsnog op tijd in te dienen. Het grote voordeel ligt in het feit dat je hier korting krijgt met je Filologica-lidkaart wat al snel een verschil maakt.
Voor zij die nood hebben aan een gedisciplineerde omgeving waar de afleiding gering is en de computer veraf voorziet de UGent verschillende locaties waar je kan studeren. Of dat effectief helpt hangt natuurlijk nog steeds van jezelf af, de verschillende spotted-pagina’s zijn daar een mooie illustratie van. Allereerst is er de bekende Boekentoren. Dit oude gebouw is misschien aan renovatie toe maar dat neemt niet weg dat de studeerzaal erg groot en rustig is. Bovendien is het ook heel dicht bij de Blandijn en zijn de tekeningen en teksten in de toiletten erg creatief; “Now I sit here and wonder, should I masturbate or shit the thunder?”. Je hebt het al door, het is een inspirerende omgeving. Studentenhuis De Therminal is een moderner alternatief. Er worden hier tijdens het jaar activiteiten georganiseerd door verschillende verenigingen en als de blok er eenmaal aankomt om je die leuke activiteiten te doen beklagen kun je je hier al studerend nestelen. De bovenste zaal is groot genoeg maar je hebt hier meestal minder ruimte dan in de boekentoren. Het grote voordeel is dat De Therminal open is tot middernacht. Mijn persoonlijke favoriet en wellicht de grootste en rustigste plaats om de studeren is de Faculteitsbibliotheek Letteren en Wijsbegeerte of in zoals het in de studentikoze volksmond gebekt wordt; de Rozier. Het gebouw staat recht tegenover de boekentoren en is volgens de legende het doolhof waar de minotaur in opgesloten zat. Of deze minotaur gewoon de dierlijke broer is van onze decaan, daar kan ik alleen maar over speculeren. Jaja, de Rozier is een ingewikkeld complex waar je gegarandeerd vijftien keer verloren loopt. Om de bib te bereiken ga je naar binnen (haha, LOHIES WAJA) en neem je de deur rechts op de binnenplaats. Aan de niet zo Grieks uitziende pilaren ga je naar links, normaal zouden je ogen nu moeten gericht zijn op een gang met heel veel kasten. Echt superveel. Ga naar rechts en je ziet het vrolijke pijltje al waarop staat “Faculteitsbibliotheek Letteren en Wijsbegeerte”. Hoezee studeren! De bib heeft verschillende kamers waar je je kan verschansen met die cursus Historische Kritiek en het is nog steeds een bibliotheek dus ook de verschillende boeken die je moet lezen staan hier stof te verzamelen.
Onthoudt dat dit zeer gegeerde plaatsen zijn en iedere student heeft examens dus zorg ervoor dat je op tijd op de voorgaande locaties bent zodanig dat je nog plaats hebt. Op vrijdag sluiten ze ook allemaal vroeger want de conciërges willen dan gaan feesten in de Overpoort.
De Kelder
Mijn vader noemde het ooit heel toepasselijk “een gortige stal” en ’s mans woorden schieten niet tekort om de kelder te beschrijven. Maar het zal de meest liefdevolle gortige stal zijn die je ooit ziet want Filologica huist hier samen met de meeste andere Blandijnkringen. De kelder is heel makkelijk te bereiken door de trappen aan de hoofdingang naar beneden te gaan en de blauwe deur waar filologisch getier uit komt binnen te stappen. Wees gerust, we bijten niet hard. In de kelder schrijf je je in voor activiteiten, kom je studentencursussen halen of chill je gewoon even met lieve mensen die graag megalomane linten dragen. De Vlaamse Geschiedkundige Kring zijn een bende jolige geschiedkundigen die zich graag eens lazarus zuipen om de dag erna aan intellectuele debatten deel te nemen. Filologica en VGK kunnen gemakkelijk naast elkaar leven en de wederzijdse appreciatie voor elkaars capaciteit tot pseudo-intellectuele katerdiscussies heeft reeds voor een goede band gezorgd met die historische deugnieten. Aja en een gezamenlijke superepische openingsfuif! De Klassieke Kring is de verzameling Blandijnse Seneca’s en Aristotelici. Onze brothaz en sistaz die zich specialiseren in de Klassieke talen moest je brein wat teveel swag hebben om dat af te leiden uit de vorige zin. De volgende vereniging op het lijstje in mijn brein is de KunstHistorische Kring (KHK) of de accumulatie van een stapeltje archeologen en kunsthistorici. Naast het opgraven van oud huisvuil organiseren deze sloebers legendarische feestjes. Next up zijn de koningen van de Afrikaanse savanne en de heersers van het Oosten of minder dramatisch gezegd de Oosterse Afrikaanse Kring, voor studenten die zich gaarne feestelijk verdiepen in de Oosterse en Afrikaanse talen en culturen. De vrienden van de filosofie noemen zichzelf dan weer de Kring Moraal en Filosofie. Het zijn iets serieuzere jongens en meisjes in de zin dat ze studentikoziteit schuwen en zich liever met activiteiten zoals karaoke bezighouden. Goede karaokeavonden weliswaar, ik wist ervoor niet dat zoiets mogelijk was. Maar genoeg gezaag over karaoke, op naar de volgende kring die zich nestelt in de gangen van de Blandijn maar niet in de kelder want dat is niet zoals ze dat in Oost-Europa doen. Neen de kenners van het Russisch, liefhebbers van Siberische ijswinden en proevers van goulash klitten zich aaneen in de Rozier en een vereniging die bekend staat als Slavia. Naar het schijnt zijn de vodka-avonden gestoord op een manier zoals enkel de Natasha’s op deze planeet ze kunnen organiseren.
Sint-Pietersstation
“Wuk is nen treijn kèrl?”. Geef nu toch toe eh Jefke; de tractor is een gedateerd transportmiddel en misschien wel goed om mest te verslepen, maar voor een snellere verplaatsing neem je dit academiejaar best de trein. Daarvoor is het Sint-Pietersstation natuurlijk de geschikte plaats (er is ook nog het station Dampoort maar dat is aan de andere kant van het centrum). Magische lange ijzeren constructies verplaatsen zich hier naar alle windrichtingen. Er staat naast het station ook een soort busstation (lees: veredelde bushalte) waar je bussen vind naar het Gentse centrum en omstreken. Als je hier dus op een paard bent aangekomen, er is een beter en minder kakkend alternatief.
Ziezo, ik hoop dat ik je wat heb kunnen helpen op je tocht door de eeuwige jachtvelden van de Blandijnberg. Vergeet niet dat studentenverenigingen er zijn om je te helpen en niet enkel om zich te laven aan alcoholische vloeistoffen. Bij twijfels of vragen ben je gerust welkom om in de kelder je derrière neer te planten op een verdacht comfortabele zetel. Stel gerust ook vragen aan proffen of oudere studenten die er betrouwbaar uitzien. Als arrogante rechten- of economiestudenten commentaar geven op je richting en zeggen dat je geen geld zal verdienen later en nog allemaal zever waar mijn Blandijnsiaans bloed van gaat koken, onthoudt dan dat het maar barbaren zijn en ze spelfouten maken waar peuters mee lachen nadat ze op het potje gekakt hebben. Whut? Inderdaad, een betere afsluiter dan verwarring en een referentie naar stront bestaat er niet. Toodaloo Mothafuckaaaaaahhh.